Ai Giorgis (St Joris), de beschermheilige van de boeren en fokkers .
23 april is een speciale dag in Griekenland. Het is de feestdag van St. George en de tweede mijlpaal in het jaar, na de feestdag van St. Demetrios. Het wordt geïdentificeerd met de komst van de lente, het zaaien en overbrengen van de kudden naar de bergen. Daarom beschouwen boeren en fokkers St. George als hun beschermheilige.
Volgens een oude traditie van Centraal-Griekenland blokkeerde lang geleden een draak het water van het gebied en leden de dorpelingen daardoor van droogte. Pas wanneer de dorpsbewoners hem iemand brachten om op te eten, was hij tevreden en konden ze wat water krijgen. De naam van het slachtoffer werd telkens bepaald door het lot.
Maar op een dag produceerde de loting de naam van de plaatselijke prinses. In antwoord op haar gebeden verscheen Ai Giorgis (St Joris) op wonderbaarlijke wijze op zijn paard, doodde de draak en redde de prinses.
In Arcadia – Peloponnesos zijn bekende gewoonten die de voortgang van de tijd hebben doorstaan de zegening van de velden en de takken van de walnootboom bij de deuren van de huizen, terwijl in Asi Gonia,
Chania, Kreta de lokale fokkers samen met hun kudden naar de kerk van Ai-Giorgis Galatas (St. George van de melk) komen om zijn zegen te krijgen.
De belangrijkste eed van Sarakatsani (een voormalig nomadenvolk in Griekenland) is degene die ze zweren in de
Sterke gewoonten tijdens de naamdag van Ai Giorgis (=St Joris)
naam van Saint George, terwijl in veel gebieden (Arachova van Viotia) er festivals georganiseerd worden met traditionele wedstrijden, lokale dansen, traditionele muziek en lokale gerechten.
In Noord-Griekenland (Xanthi, Serres) brengen men oude tradities zoals de Pechlivanides tot leven, die zich richten op het gevecht van de Sint met de draak en zijn uiteindelijke overwinning.
“Ai Giorgis Mantilas” & het gebruik van de zakdoeken.
Een referentiepunt is het gebruik van de zakdoeken dat in Centraal-Griekenland (Kalambaka) plaats vindt. Daar, in het gebied van Kastraki, is de kapel van St. George Mantillas te vinden. De nieuwe kapel ligt aan de basis van een steile klif.
Volgens de gewoonte beklimmen ieder jaar vele jongeren de klif op, met honderden zakdoeken -gaven van de gelovigen- vastgebonden aan hun riem en met behulp van touwen. Het doel is de nieuwe zakdoeken op te hangen en de zakdoeken van vorig jaar terug te nemen. Wanneer ze beneden zijn, delen de oude doeken als talisman uit aan de pelgrims die met ontzag de gevaarlijke klim bekijken.
De gewoonte van de zakdoeken gaat vermoedelijk terug tot het tijdperk van de Ottomaanse overheersing. In die tijd, tijdens een volksverhaal, viel een man van Turkse afkomst bewusteloos tijdens het verzamelen van hout in het gebied van het klooster. Zijn vrouw bad en smeekte de heilige om haar man te helpen en toen de man opstond, bood de vrouw haar zakdoek aan de heilige aan, als een dank geschenk. Sindsdien draagt het klooster de naam Agios Georgios Mantillas.
Er zijn echter veel verschillende versies van het bovenstaande verhaal.
Ai Giorgis Koudounas (=degene die bellen brengt), Pringipos
Heel erg karakteristiek is ook het geval van St Joris Koudounas (=degene die bellen brengt), zoals men hem noemen, op het eiland Prigipos (Propontis, Prinseneilanden bij Constantinopel). Het icoon werd door een herder gevonden, bedekt met bellen, dus kreeg het deze naam. Sinds het is gevonden tot op de dag van vandaag is het een bedevaartsoord, niet alleen voor de Grieken, maar ook voor de Turken die nooit de Heilige op zijn feestdag vergeten te eren. St George Koudounas wordt beschouwd als een wonderdoenend icoon en genezer van geestelijke ziekten.
© Lato,
Het Griekse Taal– & CultuurCentrum van Amsterdam