Sluit account
Ga verder met winkelen

Winkelwagen

Geen producten in de winkelwagen.

Maanden en hun naam

Winter  maanden

Hoewel januari vele malen zijn naam veranderde ter ere van verschillende keizers, is de officiële naam januari van Latijnse afkomst. Janus was de Romeinse bewaker van deuren en ook de god die het ‘nieuwe begin’ en het einde beschermde. Hij had twee gezichten, waarvan de een naar voren keek en de ander naar achteren. Dat is de reden waarom januari, als de eerste maand van het jaar, naar het voorgaande jaar en naar de nieuwe kijkt.
In Griekenland heeft januari ook andere namen. De meest voorkomende is Γενάρης (= Jennaris); een naam die verbonden is met het werkwoord γεννώ (=bevallen) en het feit dat deze maand de schapen bevallen (iets van groot belang in traditionele samenlevingen).
Andere bekende namen in het verleden waren Kalantaris, Grote Maand, Eerste, Lachende (dankzij de ‘Alkyonides-dagen‘ die een aangename onderbreking in de koude winter brengen, maar ook dankzij de vele feesten die het brengt).

In het oude Rome was de maand februari niet alleen gewijd aan de doden, maar gedurende deze tijd moesten mensen ook hun morele verantwoording afleggen en zich toewijden aan bekering. Dat is de reden waarom de naam van de maand die “verzoening, zuivering” (=Februare) betekende precies dat doel had: mensen te herinneren aan hun plicht.
In Griekenland staat de laatste wintermaand ook wel bekend als Flevaris, terwijl hij ook bekend is onder andere namen zoals Koutsos of Kountouros (= kreupel) of Koutsouflebaros (= lamme februari) omdat hij minder dagen heeft. Natuurlijk geven volksmythes veel verklaringen voor de diversiteit van deze maand. Ook bestaat de zeer kenmerkende overtuiging dat wanneer februari één dag meer heeft – om de 4 jaar – het hele jaar pech brengt en dat dit jaar een belangrijk begin, zoals een huwelijk of de bouw van een huis of het planten van een wijngaard, moet worden vermeden.

Lente maanden

Het feit dat maand maart de naam van de god van de oorlog Mars heeft aangenomen, mag als bekend worden beschouwd. Wat misschien niet zo bekend is, is dat Mars, voordat hij de oorlogsgod werd, compleet andere kwaliteiten had, waaronder de kracht om het jaar goed te laten verlopen. Logisch natuurlijk, gezien dat in de Romeinse kalender het de eerste maand van het jaar was, dat de mensen het jaar wilden beginnen met elke mogelijke positieve gedachte. Mars waaide daarom over de velden en hielp land, bomen en planten om vruchten te geven.
Voor de Romeinen was elke maand gerelateerd aan een god of aan vegetatie. Anders was het zelfs niet de moeite waard om een naam te hebben.
Een andere naam van februari in het verleden was Gdartis.

Het is ook de moeite waard eraan te denken dat we op 21 maart de lente-equinox hebben en daarmee het officiële begin van de lente.

April is vernoemd naar het Latijnse werkwoord aperire, wat ‘openen’ betekent. Het is de tweede maand van de lente en gedurende deze maand opent alles: de bomen, de bloemen, het weer. Romeinen wijdden de prachtige maand van vegetatie aan de godin van schoonheid en liefde, Aphrodite. Dit is ook een reden dat velen etymologisch de oude naam Afro (van Aphrodite) combineren met de naam april.

Hoewel de natuur in april op zijn best is, werd april beschouwd als een “koele” en vrij koude maand, geschikt voor onaangename verrassingen en harde wind. Het is niet los hiervan dat in de traditie van nomadische zigeuners deze maand wordt uitgesloten van de kalender en ze deze gewoon negeren omdat, zoals ze zeggen, de wind zo veel waait dat deze hun tenten omver blaast en ze niet op een plaats laat kamperen.
Een andere onaangename verrassing die met april komt, is dat dan de voedselvoorraden van de oogst van het vorige jaar ten einde komen. Dat is waarom het als een moeilijke maand voor de plattelandsbevolking werd beschouwd, en zij noemden April Grillis (=gemormel) en Tinahtokofinitis (ze schraapten de voorraadkisten leeg om de laatste overgebleven tarwe te krijgen). Maar het Pasen komt altijd met april, dus mensen noemen hem ook Lampriatis (Lampri= Pasen).

Mei is verbonden met het woord magis (=meer), omdat tijdens deze maand alle bomen, planten en groenten opgroeien. Een andere optie is dat Mei is vernoemd naar de Romeinse godheid Maja (Maya, in het Grieks Mea, wat vroedvrouw betekent). Mea was de

moeder van God Hermes aan wie deze maand was opgedragen.
Naast zijn gebruikelijke naam, krijgt mei ook andere namen op het Griekse platteland. zoals: Groen, Louloudos (= vol met bloemen), Foeskodendris, in Macedonië Kerrasaris omdat de kersenbomen nu bloeien, in Cyprus “Pentafas” of “Pentadilinos” omdat de dagen erg lang zijn en, zoals ze zeggen, de mensen vijf keer moeten eten.

Zomer maanden

Over de naam van juni zijn er twee verschillende theorieën. Volgens de eerste heeft juni dezelfde oorsprong met het woord Juventus (Juventus), wat ‘jeugdige volwassenheid’ betekent. Nu rijpt alles, wachtend op de oogst. Daarom is juni ook bekend –in Griekenland- als Theristis- .Een andere theorie is dat het zijn naam ontleent aan de godin Juno (Griekse Ήρα), die de godin van het huwelijk was.
Hoewel het vandaag de dag de zesde maand is, kwam het in het oude Rome op de vierde plaats in de reeks en het had slechts 29 dagen.

De volgende twee maanden (juli en augustus) werden, voordat ze de namen van de vermoorde Julius Caesar en de eerste keizer Octavian August kregen, eenvoudigweg aangeduid met hun nummer (Quintilis – Vijfde en Sextilis – Zesde).
In de Griekse realiteit is juli de maand van αλώνισμα (het dorsen), daarom is het nog steeds bekend als Alonaris (= de dorser). Soms wordt het ook “Ai-Lias” genoemd omdat het het feest brengt van Profeet Elias, een van de grootste in de zomer, terwijl het opmerkelijk is dat het ook de meeste van de “panigiria” (publieke volksfeesten) in alle gebieden van Griekenland brengt.

Augustus is de warmste en rijkste maand. In vergelijking met de andere maanden bracht het de meeste vruchten en noten, en in sommige gebieden heette het Trapezaris (maand van de volle tafel) of Sikologos (degene die vijgen brengt). In de Griekse realiteit is het een vakantiemaand, terwijl het in de Romeinse kalender de laatste maand van het jaar was. Daarom heette de laatste dag Klidohronia (=die het jaar sluit – afsluit – verzegelt het jaar).

Herfst maanden

De rest van de maanden, september, oktober, november, december krijgen ook hun officiële naam van hun serie in de Romeinse kalender. September = zevende, oktober = achtste, november = negende en december = tiende. E. Fehrle legt uit: “Wanneer het zaad rijpt, hoeft niemand een god te smeken dat zijn oogst goed gaat.” Romeinen, vooral de Romeinse boeren, waren realisten en ze konden zich niet voorstellen waarom ze zich moesten wijden aan een godheid of een kracht in de maanden dat er geen groei van planten of vruchten was, dus telden ze eenvoudigweg de maanden in verhouding tot de vorige.
Deze gewoonte bedoelde niet oneerbiedig te zijn, want de Romeinen waren echt praktische mensen en pasten deze methode zelfs toe op hun kinderen. In plaats van na te denken, hoe ze elk van hun kinderen zouden noemen, vernoemden ze ze volgens hun serie: Sextus Pompeius (Zesde Pompeii), de tegenstander van Caesar, Quintus Cicero (Vijfde Cicero), de redenaar … ”

Daarnaast is september de maand van de druivenoogst en nieuwe wijn, dus noemden ze hem “oogst”.
Oktober wordt gemarkeerd door de feestdag van St. Demetrius, een van de twee mijlpaal data van het jaar, en daarom werd het ook Aïdimitris genoemd. Deze datum was bedoeld als het officiële begin van de winter, het was het begin of het einde van formele afspraken en de herders verlieten de berg om terug naar huis te gaan.
November heette Vroharis omdat het regent. Maar aangezien de belangrijkste gebeurtenis van de maand de opening van de wijnvaten blijft, gaven ze hem ook de naam Krasominas (= wijnmaand).

En als laatste komt december. Een van zijn vele namen was Witte Maand of Chionias (= degene die sneeuw brengt).
Volgens een oude Griekse uitdrukking wordt de kou vanaf de

laatste dag van november erger. Deze dag valt altijd samen met de naamdag van de Heilige Andreas (een naam die “dapper / sterk” betekent). Daarom zegt men dat “op de dag van de Heilige Andreas de winter sterk wordt”.
December komt altijd vol met voorbereidingen voor Kerstmis en de verandering van het jaar.

Blog-logo-1

                                          © Lato,
Het Griekse Taal– & CultuurCentrum van Amsterdam

Tradities, geesten en Carnaval Legenden blijven altijd een belangrijk deel van onze traditionele achtergrond. En zelfs al weten we dat...
Volgens de Griekse Speleologische Gemeenschap zijn er ongeveer drieduizend grotten verspreid over heel Kreta. Veel van deze grotten zijn open...
Hoe goed kan iemand Griekenland kennen? Wat het antwoord ook is, het is zeker dat je in Griekenland altijd nieuwe...
Na de storm van afgelopen donderdag zijn veel mensen in Nederland en elders veel kwijtgeraakt. De bekende Griekse schrijver Nikos...