Afcheid nemend van juni.
Wat is de zomerzonnewende?
Elk jaar op 20 juni (of 21) staat de zon op het hoogste punt van de hemel op het noordelijk halfrond. Daarom vindt op die dag de langste dag van het jaar plaats (= zomerzonnewende) – tenminste voor het noordelijke halfrond- en vice versa, de kortste dag voor het zuidelijke halfrond. Dit is het officiële begin van de zomer voor het noordelijke halfrond en van de winter voor het zuidelijke halfrond. In veel culturen werd de zomerzonnewende of ‘midzomer’ vaak gevierd.
Ceremonies en geloven rond de zomerzonnewende.
In oude beschavingen werd vaak een festival (vieringen langer dan een dag) georganiseerd om de zon te eren. De Zon was volgens de Griekse mythologie een god, maar hij hoorde niet bij de Olympische goden.
De nacht van 21 juni wordt de nacht van de “heliotroop” of zon genoemd en sinds de prehistorie staken mensen zuiverende vuren aan om de slechte ontwikkeling in het leven te voorkomen. Op deze manier verwelkomde de mens de zomer.
Zoals in de Nationale Geographic werd vermeld: “De Egyptenaren bouwden de piramiden van Gizeh zodat de zon, gezien vanaf de Sfinx, precies tussen twee piramiden ondergaat tijdens de zomerzonnewende.
Inca’s vierden de winterzonnewende met een ceremonie genaamd Inti Raymi.
Archeologen ontdekten in een lang overwoekerde Maya-stad in Guatemala ook de overblijfselen van een astronomisch observatorium, met gebouwen die in lijn waren gebouwd met de zon tijdens de zonnewendes”. (Lees hier het hele artikel van national Geographic)
In het oude Griekenland staken mensen ‘vuren van het geluk’ aan en het was een gewoonte dat jongeren erotische geloften gaven, driemaal over de vuren springend om hun geloften te bezegelen.
De oude Kelten in Groot-Brittannië hadden de gewoonte ‘kustvuren’ te ontsteken en ze vierden zomerzonnewende in Stonehenge.
De naam Stonehenge is afkomstig van de oude Engelse woorden Stanhen en gist, wat ‘hangende stenen’ betekent. Hoewel er ontelbare theorieën zijn, is de enige zekerheid dat het monument ongeveer 1500 jaar lang een plaats van verering bleef en de stenen uit de regio van Wales kwamen. Op de dag van de zomerzonnewende en tijdens zonsopkomst, verschijnt de zon op één lijn met de hoofdsteen van het monument.
In het oude Rome vierde men “Vestalia” en de vieringen duurden een week. Het was een vuurfestival, ter ere van de godin Vesta, die de beschermster van het gezin was.
En omdat al deze heidense overtuigingen hun eigen regels hebben en een speciaal vermogen om “in de tijd te reizen”, zien we dat tot op heden veel toeristen Stonehenge op ‘midzomerdag’ bezoeken (of zomerzonnewende / 21 juni).
Griekenland vandaag
De magische “vuren van Klidonas” of “vuren van de Heliotroop”: de gewoonte.
In Griekenland is het ritueel twee dagen opgeschoven met de vuren die op de dag van Sint Johannes Klidonas worden aangestoken (zoals ze karakteristiek worden genoemd). In andere gebieden is de naam van de heilige Sint Johannes Heliotropos.
De rituele vuren worden meestal op kruispunten, in verschillende buurten aangestoken en elke buurt heeft als een doel het grootste vuur aan te steken. In deze vuren gebruiken mensen alle soorten huishoudelijke voorwerpen die zij graag willen weggooien; als eerste de bloemenkrans van 1 mei. Dit symboliseert de behoefte aan vernieuwing en regeneratie.
Jonge mensen springen over het vuur heen en doen wensen waarvan ze hopen dat ze zullen uitkomen.
Tegelijkertijd proberen ongehuwde meisjes door middel van magische en geheime tekens hun “riziko” (= geluk / lot) onthult te krijgen. Om deze reden wordt Ai Giannis (= Sint Johannes) van de zomer ook Rizikaris of Klidonas (= voorteken, teken) genoemd. De belangrijkste noodzakelijkheden zijn een kruik vol met “stil water” en een persoonlijk object van elk meisje.
De meisjes van het dorp verzamelen zich in een huis. Een van hen gaat naar de bron van het dorp en vult de kruik met water. Dan keert ze terug naar het huis, terwijl ze onderweg zwijgt. Dat is de reden waarom het “stil water” wordt genoemd. Elk meisje gooit er een “rizikari” in (d.w.z. een talisman, dit kan een vrucht zijn, een paar juwelen, enz.). Daarna wordt de kruik met een rode doek bedekt en “wordt het verzegeld”, wat betekent dat hij met een touwtje dichtgebonden wordt, en de hele nacht in het open lucht , onder het sterrenlicht wordt achtergelaten.
Er wordt gezegd dat tijdens deze avond de meisjes zullen dromen van de man met wie ze zullen trouwen.
De volgende ochtend moet het meisje dat het water heeft gebracht het naar binnen brengen, vóór het eerste licht van de zon. ‘S middags komen alle meisjes weer bijeen. De kruik wordt geopend en elk van de meisjes pakt er een talisman uit en laat het zien. In de groep is er ook altijd een oudere vrouw die talent heeft om spontaan kleine gedichten te maken, een soort ‘mantinades’ zoals ze dat op Kreta zouden noemen. Elke keer dat een talisman wordt gekozen, wordt een klein gedicht gemaakt. Er wordt geloofd dat deze geïmproviseerde gedichten de toekomst van het onbekende meisje voorspellen dat de bezitster is van de ‘rizikari‘.
De magische “vuren van Klidonas” of “vuren van de Heliotroop”: de symboliek.
Vanaf het begin hadden deze ‘midzomervuren’ een zuiverend karakter. Dit is de reden waarom alle huishoudelijke “afval”voorwerpen erin worden gegooid.
Degenen die over de vuren springen houden hun wensen geheim, de verborgen gedachten van de meisjes, hun dromen en de geïmproviseerde gedichten bevestigen ook het occulte karakter van de vuren.
Naast al het eerder genoemde zijn de vuren initiatievuren. Het ‘stille water’ en zijn magische eigenschappen in combinatie met de kracht van het vuur om de wensen uit te laten komen, zijn elementen van het inwijdingskarakter.
Hoewel de officiële religie de ceremonies en de rituele vuren van Klidonas heeft veroordeeld, zijn ze in veel gebieden te vinden, zoals op Kreta en elders. Het is niet nodig om te geloven; je kunt jezelf gewoon toestaan om het moment te beleven.
En als je over het vuur springt, vergeet dan niet om een wens te doen. Misschien komt het niet uit. Maar je weet maar nooit: misschien brengt Sint-Johannes van ‘midzomer’ je geluk.
© Lato,
Het Griekse Taal– & CultuurCentrum van Amsterdam