Kort voordat de Grote Alexander stierf, verschenen er slechte voortekenen aan de horizon (“ioní” zoals de oude Grieken ze noemden). Deze kondigden volgens velen de dood van de grote koning aan. Anderen zijn van mening dat deze tekenen werden gemaakt door sommigen die heimelijk het plan van de moord op de grote veroveraar beraamden en de gebeurtenissen wilden toeschrijven aan een goddelijke wil.

Een oude profetie en de koninklijke hoed

Toen Alexander de Grote in 323 voor Christus naar Babylon terugkeerde, waar hij uiteindelijk stierf, voer zijn schip door moerassen. Het risico op malaria was groot. Iedereen wist dat en daarom waren ze bang. Maar Alexander stuurde het schip alsof er niets aan de hand was en dat het iets normaals was om te doen. Plots nam de wind zijn koninklijke hoed af en het lint raakte verstrikt in riet, heel dicht bij sommige graven. Volgens de legenden werden in de moerassen alle oude koningen van Assyrië begraven.
Een matroos, zeer loyaal aan zijn koning, viel zonder een seconde na te denken over het gevaar van ziekten in de vuile wateren om de hoed terug te halen. En, om te voorkomen dat de hoed door de modder bij zijn terugkeer naar het schip smerig zou worden, droeg hij het op zijn hoofd.

Zodra hij naar het schip terugkeerde, bedankte Alexander hem voor zijn dapperheid, maar vervolgens beval hij hem te straffen, omdat hij zonder toestemming het schip had verlaten.
Andere bronnen getuigen dat er een oude profetie was, een waarschuwing voor de tegenslagen die zullen komen wanneer “een ander hoofd, behalve dat van de koning, zijn diadeem draagt”.

De koninklijke kroon en de Babylonische gevangene

Toen hij aankwam in Babylon, wat het centrum van zijn rijk was, begon hij de zaken van het leger aan te pakken. Op een gegeven moment toen hij zijn zetel verliet en zijn luitenants volgde, nam een Babylonische ontsnapte gevangene plaats op de troon en droeg zijn koninklijke mantel en zijn kroon. Het was de tweede gebeurtenis die iedereen aan de profetie leek te herinneren.

Alexanders mannen bestraften hem, maar hij hield vol dat het niet zijn schuld was, maar dat zijn goden hem zogenaamd dit idee hadden gestuurd. Alexander geloofde echter dat alles een complot tegen hem was om hem van de troon te stoten.

Het plotselinge einde

Op 29 mei 323 vC voelde Alexander de Grote een ziekte opkomen. De slechte voortekenen waar allen over spraken leken bewaarheid te worden. Die dag dronk hij veel alcohol. De volgende dag kreeg hij koorts. Zijn gezondheidstoestand verslechterde en elf dagen later stierf hij.

Sommige mensen hadden het over een onbekende ziekte. Anderen beweerden dat de wijn die hij had gedronken vergiftigd was. De verschillende scenario’s waren talrijk en de dood van de grote commandant blijft een mysterie tot in onze dagen. Natuurlijk kunnen profetieën en magische tekens tegenwoordig niet meer worden aanvaard als verklaring. Maar het blijft een feit dat ze de legende van de grote koning versterken!

                                          © Lato,
Het Griekse Taal– & CultuurCentrum van Amsterdam